Vakantie op de Dominicaanse Republiek: lekker bakken in de zon, genieten van de lekkere hapjes en drankjes, veel lezen en muziek luisteren.
De temperatuur is iedere dag ongeveer 29 à 30 graden en er staat in Punta Cana meestal een lekker briesje.

Punta Cana

Punta Cana is genoemd naar de palm die in dit gebied het meest voorkomt: de koningspalm.
Deze palm groeit in tegenstelling tot de kokospalm kaarsrecht en wordt in z’n geheel gebruikt. De bladeren dienen als dakbedekking en mogen alleen geoogst worden met nieuwe maan. Het binnenste van het groene deel tussen de stam en de kroon is eetbaar (palmhart) en de nootjes die er aan groeien worden gebruikt als varkensvoer. De kromme kokospalmen leveren vooral aan de kust prachtige plaatjes op. Het kromgroeien wordt veroorzaakt doordat de kokosnoot voldoende voedsel bevat om de plant te laten ontkiemen. De noot schiet pas wortel als hij al gegroeid is en door het gewicht vaak een beetje gekapseisd is.

Er is een wet op de Dominicaanse republiek die voorschrijft dat iedere gekapte boom vervangen moet worden door een nieuwe en het is verboden de zeer langzaam groeiende mahoniebomen te kappen.
In de Dominicaanse Republiek ontkiemt vrijwel elk zaadje dat je in de grond stopt.
Veel planten en bomen brengen eetbare vruchten voort zoals mango's, bananen, noni’s, ananassen, kaneelbomen, citrusbomen, pindastruiken en papaja’s.
De landbouw levert voornamelijk rijst en bonen (het basisvoedsel van de Dominicaan) en maïs.
Grappig is dat de afgekloven maïskolven vroeger gebruikt werden als toiletpapier: aan vier zijden te gebruiken, hoe efficiënt!

Het Resort

Iberostar Bavaro Resort is schitterend. In de vijvers bij het restaurant zitten flamingo’s, eenden en ganzen. In de tuinen lopen pauwen rond. We zien veel hagedissen en een kolibrie.
Een pelikaan is in zee zijn middagmaaltje aan het verzamelen.

’s Avonds geven reusachtige kikkers hun concerten.
De tuinen van het resort zijn schitterend aangelegd met veel bloeiende tropische bomen, zoals bougainville en flamboyant.

Over het hele resort verspreid vind je cocktailbars, ijstentjes, restaurants, en smoothiebars.
We proberen verschillende cocktails uit zoals banana mama, piña colada en coco loco.
De kroontjes van de ananassen voor de piña colada worden bewaard, want die worden opnieuw geplant.

Bij het zwembad doen we ons tegoed aan vers fruitsappen en tacochips met guacamole.
Dominicanen eten drie maal per dag warm en stevig. Soms zelfs met spaghetti bij het ontbijt.

Bij ons ontbijt kunnen we kiezen uit allerlei soorten brood, fruit, eieren (gebakken, omelet, roerei, gekookt, gepocheerd), pannenkoekjes, churro's en wafels met echte maplesiroop, allerlei soorten fruitshakes, compotes, yoghurt, rauwkost en warme maaltijden waaronder het typisch Dominicaanse ontbijt: mangú, worstjes, spek, bonen, gebakken aardappelen en stoofvlees.
Je moet hier niet naar toegaan als je aan de lijn wilt doen (alhoewel ze hier wel een apart dieethoekje hebben!)

Voor lunch en diner kun je zo'n beetje alles krijgen wat je maar kunt bedenken: verschillende groentes, rauwkost, vis, vlees, kaviaar, hele kreeften en krabben, sushi, pizza, patat, verschillende pasta's en rijst en dan hebben we het nog niets eens gehad over het toetjesbuffet.

Behalve in de buffetrestaurants, kun je ook eten in de specialiteitenrestaurants, zoals het Japanse restaurant, dat ons erg goed is bevallen.

Hispaniola excursie

Markt

Behalve lekker genieten van zon, zee en rust, willen we natuurlijk ook wat zien, dus boeken we twee excursies. De eerste is de Hispaniolatour, waarbij cultuur, geschiedenis en samenleving centraal staan.
We vertrekken al vroeg. De eerste plaats waar we doorheen komen is Higuëy.
Hier bezoeken we de hectische markt en kijken onze ogen uit: stapels groente, vlees, kruiden en lorren omringd door een wirwar van mensen.

We rijden door Otrabanda, waar aan weerskanten van de smalle en hobbelige weg slagerijen te zien zijn.
Het vlees hangt buiten in de warme open lucht. Toeristen zouden direct ziek worden als ze dit zouden eten.
In dit stadje hebben de mensen maar vijf à zes uur per dag stroom.

Cacao

We stoppen bij een cacao- en koffieboerderijtje, waar we vers gemalen cacao proeven en warme koffie krijgen met stukjes citrusvruchten, kokosreepjes, bananen en suikerriet, alles van eigen land.
In twee kooien zitten twee machohanen die helaas gebruikt worden voor hanengevechten.

Onderweg zien we veel kleurrijke houten huisjes op palen. Het lijkt hier een beetje op Belize.

Boca de Yuma

Na een tijdje verder hobbelen in de bus stoppen we bij de monding van de rivier Boca de Yuma en stappen we in drie bootjes om langs de hoge rotsen te varen op zoek naar neushoornleguanen. De neushoornleguaan is met uitsterven bedreigd en komt alleen nog maar hier en op Puerto Rico voor.
En.....we zien er drie! Loom liggen ze in de zon.
Op de rotsen klauteren kleine krabbetjes. We varen een stukje onder een overhangende rots door en zien boven ons een teenslipper, vergroeid met wat plantjes in het plafond van de rots: een herinnering aan een orkaan.

Terug naar de bus lopen we langs mooie klippen met veel zeedruif- en amandelbomen. De zeedruif komt hier, net als op Aruba, veelvuldig voor.

School

Na de lunch stoppen we bij een schooltje waar uitsluitend zwarte kinderen les krijgen.
Alle kinderen moeten verplicht naar school, maar de leerplicht geldt niet voor kinderen zonder geboortebewijs. Een op de drie kinderen gaat dus niet naar school.....

Suiker & Rum

Nadat de kinderen een liedje voor ons hebben gezongen, vertrekken we naar de suikerrietvelden.

Het suikerriet wordt gekapt door Haïtianen, want Dominicanen vinden het werk te zwaar en te slecht betaald. Ze krijgen slechts twee dollar per dag en moeten daarvoor 2 ton suikerriet met de machete kappen in de brandende zon, zonder water, zonder schaduw. Van hun geringe loon moeten ze ook nog de huur van het minihuisje (kleine gekleurde krotjes , zonder water en elektriciteit) betalen.
De bateyes (kampen) bevinden zich aan de rand van de suikerrietvelden en hebben geen naam, maar een nummer.
Door de suikerrietvelden loopt een spoor, bedoeld om de enorme wagons met suikerriet te vervoeren. Enorme ossen slepen de met suikerriet volgeladen wagons naar het spoor.

Het riet wordt met hand gekapt, omdat machines duurder zijn, maar ook omdat er anders vaker opnieuw ingezaaid moet worden. Bovendien levert kap met de hand precies de hoeveelheid die de fabrieken aankunnen. Het riet moet zo snel mogelijk verwerkt worden, anders droogt het uit.
In de fabriek wordt het riet verwerkt tot melasse voor rum. Van al het riet in de DR wordt rum gemaakt.

Voodoo

Bij een Haïtiaans dorpje krijgen we een voodoodans te zien. Er wordt een vèvè (symbool) op de grond getekend.

Iedereen wordt uitgenodigd mee te dansen op het tromgeroffel. De rum vloeit rijkelijk.

Het laatste bezoekje betreft het Museum Ponce de Leon (Unesco). Vreemd genoeg mag alles betast worden in dit museum.

Het Verkeer

Autorijden is volgens onze gids levensgevaarlijk in de DR. Boetes bestaan hier niet en overtredingen dus ook niet.
Er zijn stoplichten, maar zelfs de bus waar wij mee reizen, negeert de rode signalen.
De meeste auto's hebben flink wat deuken, terwijl een auto hier toch een enorm bezit is: ze kosten twee à drie keer zo veel als bij ons.
Een rijbewijs heb je hier niet nodig.

De Samenleving

Helaas is er erg veel discriminatie in de DR. Blonde mensen heb je er niet, maar hoe lichter je van huidskleur bent, hoe hoger je sociale status is. De donkere Haïtianen zijn hier dan ook het armst.
Langs de kant van de weg komen we verkiezingsborden tegen met de tekst “vota blanco”.
De meeste mensen in de DR zijn arm tot zeer arm, maar honger lijden ze niet, vanwege de vruchtbare grond. Dit in tegenstelling tot Haïti, waar de bomen zijn weggekapt voor voornamelijk houtskool en waar roofbouw de grond onvruchtbaar heeft gemaakt.
De meeste huizen bestaan uit drie gebouwtjes: keuken, wc en woonvertrek.

Vuilnis wordt nergens opgehaald, dus hier en daar zie je bergen vuil.
De gezondheidszorg staat op een laag pitje. Als een inwoner van een klein dorpje hier een blindedarmontsteking krijgt, betekent dat zijn dood.
Een verbazingwekkend verschijnsel zijn de cabañas: een soort hotelletjes, waar je tussen de middag met een scharrel terechtkan. Ze worden langs de kant van de weg aangekondigd met neonverlichting. Ze worden veelvuldig gebruikt en het lijkt een sociaal geaccepteerd gebeuren. Over seks wordt hier niet zo moeilijk gedaan.
Toch is de ingang van de cabañas discreet ondergronds.

Walvissen

Onze tweede excursie voert naar de baai van Samana, in het noorden van de DR.
Vanaf Punta Cana rijden we via Higuëy in ongeveer vier uur naar het haventje van Samana. Het is heel heet.
Een grote speedboot brengt ons in ruim een half uur naar het uiteinde van de baai, waar we de walvissen kunnen zien.

We zien een moeder met spelende kleintjes, soms heel dichtbij. De witte buiken komen boven water als ze ronddollen.
We hopen op een sprong, maar daar hebben ze vandaag geen zin in. Wel zien we ze flapperen met hun vinnen. We rennen van de ene kant van de boot naar de andere kant, om vooral niets te missen en zoveel mogelijk te filmen.

Bacardi-eiland

Na het walvissenkraambezoek staat een bounty-eilandje op het programma: Cayo Levantado, ook wel ”Bacardi-eiland” genoemd, omdat Bacardi deze locatie gebruikt heeft voor een reclamespotje.

Hier lunchen we op een schitterend eilandje met wit zand en kokospalmen, waar we zeker naar terug willen.

Na de lunch is het weer tijd om richting Punta Cana te gaan.

Op 8 maart vliegen we heerlijk uitgerust en vol van nieuwe indrukken terug naar de vrieskou in Nederland.

Robert & Els