Het eiland
Cyprus is vooral bekend vanwege het mooie weer, het strand en
het heldere zeewater. Het 'andere' Cyprus bestaat uit oude kloosters,
middeleeuwse kastelen, schilderachtige dorpjes, wijngaarden, olijf-
en amandelbomen, dichte dennenbossen en dorre heuvels.
De Republiek Cyprus werd na 82 jaar Brits bewind op 16 augustus
1960 uitgeroepen.
Helaas is Grieks Cyprus doortrokken van alles wat Engels is en
is de sfeer eerder Engels dan Grieks. Je hoort Engelse muziek,
krijgt English breakfast en de voertaal is Engels.
Cyprus ligt in het oostelijk deel van de Middellandse
Zee. Het eiland ligt 70 km ten zuiden van Turkije, 100 km ten westen
van Syrië en
Libanon en 380 km ten oosten van het Griekse eiland Rhodos.
Grieks Cyprus: Het luie leven
Er liggen wat rotsen in zee, waar je op kunt klimmen en er zitten
hier veel vissen.
We genieten van de warmte en de rust: zwemmen, jongleren, lezen
en muziek luisteren zijn onze voornaamste bezigheden.
's Middags steekt op het strand vaak een stevige
wind op, parasols vliegen in het rond.
Meestal sluiten we de avond af op ons balkonnetje
met de nationale drank van dit eiland: een brandy sour met lekker
veel angusturabitter.
Grieks Cyprus: Troödos
Troödos is met de Olympus top (1950
m) het hoogste gebergte op het eiland. Op de hellingen liggen
schilderachtige dorpjes temidden van fruitbomen en wijngaarden.
Troödos betekent drie wegen: er leiden
drie wegen naar de top.
Na ongeveer een uur rijden krijgen we de eerste stop: een bergdorpje,
heel schattig, heel klein en met heel erg nauwe straatjes en kleine
huisjes begroeid met bougainville en Turkse jasmijn. Hier mogen
we even rondlopen. Salamanders schieten weg.
De tweede stop is bij een niet meer in gebruik
zijnde kopermijn. De rode kleur in het water geeft aan dat er
nog steeds koper aanwezig is. "Cyprus" betekent koper.
We zien veel vijgenbomen, olijfbomen, granaatappelbonen, eucalyptussen,
druif, walnoot, oregano, appel en de nationale boom van Libanon
(een ceder). Er kronkelt een slangetje over de weg.
Laatste stop voor de lunch is boven op de Olympus, waar we drankjes
en noten kunnen proeven en kopen. Hier zien we veel door de bliksem
getopte bomen.
Onderweg naar de lunch passeren we grijze asbestafgravingen.
We lunchen met mezze: brood, zaziki, haloumi,
gebakken courgette, omelet, melanzanesalade en patatjes.
Noord-Cyprus
Sinds 2003 is het mogelijk Noord Cyprus te bezoeken vanuit het
zuiden.
De beide staten worden van elkaar gescheiden door een bufferzone
(Atilla Line en Green Line), die door troepen van de Verenigde
Naties wordt bewaakt.
Bij de grens moeten we wisselen van bus.
De gids raakt maar niet uitgepraat over hoe goed en mooi het op
Cyprus was, voordat de boze Turken in 1974 het noordelijke deel
bezetten.
De grens ziet er vervaarlijk uit: overal hekken met prikkeldraad,
militaire kampen en grensposten.
Noord-Cyprus: Famagusta
Zodra we de grens over zijn,
rijden we door een buitenwijk van Famagusta. Daar word je niet
vrolijk van: het ziet eruit als één
grote achterbuurt.
Famagusta zelf is raar: er is oude cultuur,
stadswallen, mooie ruïnes van kerken, maar ook veel vervallenheid.
De eerste stop is het strand grenzend aan
de "spookstad".
Vroeger was dit een beroemde badplaats, nu is het hermetisch afgesloten
en verboden terrein. Op de hekken hangen waarschuwingsborden: absoluut
verboden terrein.
De hotels zijn voor een deel kapotgeschoten en lijken op door
Al Qaeda verwoeste doelen.
Zo ver als je langs de baai kunt kijken, zie je verlaten hotels
en gebouwen, een vervreemdende ervaring.
Het stukje strand waar we staan, is net als de baai verderop schitterend.
De faciliteiten zijn primitief: slordig in elkaar gelaste zonnebedden,
een restaurant achter tralies.
Vanaf het strand wandelen we het stadje in. Het is heet.
De centrale kerk is in verbazingwekkend goede staat voor een islamitische
stad.
Later zien we een bordje dat de kerk onderhouden wordt met EU
geld.
De 300 jaar oude vijg bij de kerk geeft alleen nog maar minivijgjes.
We lopen een rondje door de oude stad en onderweg komen we VN militairen
tegen.
Noord-Cyprus : Salamis
Met de bus rijden we door naar Salamis, een indrukwekkend grote
opgraving aan zee.
De marmeren vloeren zijn redelijk goed bewaard gebleven, maar
je mag overal overheen lopen. Er is hier helemaal geen toezicht.
We lopen langs badhuis, latrine, atletenveld en amfitheater. De
hitte is nu bijna ondraaglijk en niet iedereen kan het opbrengen
om de trappen van het theater te beklimmen, maar het uitzicht op
zee van bovenaf is adembenemend.
Vanaf Salamis rijden we 1,5 uur naar het noorden.
Onderweg zien we af en toe enorme gedenktekenen en standbeelden:
Atatürk
de grote held.
In de heuvels zien we op een gegeven moment
de Turkse vlag afgebeeld en daarnaast de mededeling dat men trots
is turk te zijn. Ook ontbreken Turkse vlaggen en moskeeën
niet.
Via Nicosia (Lefkosia) bereiken we uiteindelijk het sprookjesachtige
Kerineya.
Noord-Cyprus : Kyrenia
Op een afstand van slechts 45 km van de hoofdstad
Nicosia ligt aan de andere kant van de smalle keten van het Kyrenia-gebergte
de stad Kyrenia. Tegenwoordig heet deze plaats in het Turks “Girne”.
Het centrum van de stad bestaat uit een kleine, bijna cirkelvormige
haven uit de Venetiaanse tijd. Langs de oever staan cafés
en restaurants, daarachter huizen die honderden jaren oud zijn.
Een deel van de haven wordt omzoomd door een indrukwekkende vesting
en in de oude stad rijzen kerktorens en minaretten op.
In de haven van Kyrenia meerden al schepen
van de Byzantijnen, de kruisvaarders en de Venetianen af. Midden
in de opening naar zee is de ruïne van een oude toren te
zien.
Dit havenstadje heeft ook iets mondains en lijkt totaal niet op
Famagusta. Het wordt de parel van de Levant genoemd.
We lunchen in een restaurant aan het strand met Grieks brood,
zaziki, humus, salade, haloumi, patatjes en gestoofde groente met
kaas.
Voor de kust van Kyrenia zonk 2300 jaar geleden een koopvaardijschip.
Het wrak werd met een lading van grote oudheidkundige waarde rond
1970 door archeologen op de bodem van de Middellandse Zee geborgen.
In het museum van de burcht kun je het wrak en verschillende oude
amfora, die zich aan boord bevonden, bezichtigen.
De burcht die de haven van Kyrenia domineert, werd al in de Byzantijnse
tijd gebouwd. Later werd hij door de Franken en de Venetianen uitgebreid
en aangepast aan de militaire eisen des tijds. Vanaf de muren is
er een schitterend uitzicht op Kyrenia en de bergketen op de achtergrond.
Er lopen hier veel hagedissen en het is verzengend heet.
Direct achter de stad beginnen de steile bergen van de Pendedaktilos.
De smalle vlakte langs de noordkust staat vol met citroen- en sinaasappelboomgaarden.
Beneden drinken we een Efes
(Turks biertje), voordat we weer in de bus stappen voor de laatste,
maar ook de mooiste stop: het klooster van Bellapais.
Noord-Cyprus: Bellapais
Vlakbij Kyrenia op de helling van de bergen
ligt het dorp Bellapais dat tot 1974 door Grieks-Cyprioten werd
bewoond. Er staat een ruïne
van een gotische abdij. Het werd omstreeks 1220 onder de naam Abbaye
de la Paix door Augustijner monniken gesticht. In 1570 werd het
door de Turken verwoest.
Ook vanaf dit punt is het uitzicht naar zee schitterend. In de
fotogenieke tuin staan palmen en andere mooie planten. Een oase!
Het paradijs!
De kleine eettentjes hier zijn leuk versierd en echt gezellig:
veel knusse hoekjes en een rustige, lome sfeer. De pergola hangt
vol met enorme trossen langwerpige druiven die we nog nooit zo
lang hebben gezien.
Het restaurant dat in de buurt ligt, draait muziek van Mozart.
We vallen hier van de ene verbazing in de andere.
Bellapais is werkelijk wonderschoon. We willen hier heel graag nog
eens langer verblijven.
|