De Dalton gaat naar Istanbul
Istanbul, voorheen Byzantium en Constantinopel geheten, is de grootste stad van Turkije.
De stad heeft een zeer strategische ligging. Ze ligt in het westen van het land, deels in Europa,
deels in Azië, en is daarmee de enige stad ter wereld die in twee continenten ligt.
De Bosporus, die Europa van Azië scheidt, loopt door Istanbul heen en komt in het zuiden in
de Zee van Marmara en in het noorden in de Zwarte Zee uit.
Istanbul laat verschillende gezichten zien: van hypermoderne winkels tot volkswijken met
krottenpandjes en markten met opgestapelde waren. "Oude" en nieuwe hoedjes en mutsen.
Op vrijdag 10 oktober vertrekken we naar deze wereldstad. De reis is 's nachts, dus vermoeiend.
We komen om vijf uur in de ochtend aan in ons hotel.
De Basilica Cisterne
Na vier uurtjes slapen, begint het programma met een bezoek aan de Basilica Cisterne.
Deze bezienswaardigheid (ook wel Yerebatan Sarnici genoemd) is een 6e eeuwse ondergrondse wateropslagplaats. Je zal hem snel over het hoofd zien, hij ligt namelijk zes meter onder de grond!
Hij werd tussen 532 en 542 voor keizer Justinianus aangelegd als wateropslagplaats voor zijn paleis. Justinianus gebruikte oude pilaren en stukken steen van oude gebouwen om dit gigantische
reservoir van 70 bij 140 meter te bouwen.
Het dak wordt ondersteund door 336 pilaren. Het water werd door een aquaduct aangevoerd vanaf de Zwarte Zee over een lengte van 20 km. Vroeger zat het tot de nok gevuld met water, zo'n 80.000 m3.
Het water werd gebruikt om een gedeelte van de stad van water te voorzien tijdens langdurige belegeringen. Helaas werd het uiteindelijk als vuilstortplaats gebruikt en werden er zelfs lijken in gegooid.
Het is uiteindelijk een aantal keren opgeknapt en de laatste opschoning en restauratie vond plaats
tussen 1985 en 1988. Als je goed kijkt zie je 'spookvissen' in het water zwemmen. Helemaal achterin liggen twee steenblokken met Medusahoofden die hier op onbekende wijze zijn beland.
Het Topkapi Paleis
Het Topkapi Paleis was lange tijd het regeringscentrum van het Osmaanse Rijk, nadat Mehmet de Veroveraar (II) tussen 1459 en 1465 de bouw van het paleis tot stand had gebracht.
Het paleis kreeg maar liefst vier binnenplaatsen. Ook sultan Süleyman voelde zich er
thuis en liet het paleis 50 jaar later uitbreiden tot een enorm complex, dat dienst ging
doen als regeringscentrum van het Osmaanse Rijk.
Door de eeuwen heen is Topkapi gegroeid en veranderd, maar het paleis bestaat nog steeds uit de vier originele binnenplaatsen. De eerste binnenplaats ('court of the Janissaries') was toegankelijk voor alle kooplui en voor hen was de tweede binnenplaats verboden terrein. De tweede binnenplaats werd
gebruikt voor zaken doen en het regeren van het keizerrijk.
Zoals bij ieder te bezichtigen object of gebouw, geven twee leerlingen uitleg over wat er te zien is.
En natuurlijk luisteren de anderen daarbij aandachtig!
Alleen de sultan zelf en de 'valide sultan' (de moeder van de sultan) mochten
te paard door 'the middle gate' naar binnen.
Deze binnenplaats heeft een mooi park in het midden met daaromheen de gebouwen.
Hier bevinden zich de ingang tot de haremgebouwen en de paleiskeukens waar voor de 5000
inwoners van het Topkapi paleis werd gekookt.
Gedurende de Ottomaanse regeerperiode voerde sultan na sultan hier tot de 19de eeuw het regiem.
Mahmet II (regeerde van 1808 - 1839) was de laatste keizer die het paleis bewoonde.
Hierna wilden de sultans liever in grote paleizen in Europese stijl (zoals het Dolmabahçe paleis)
aan de oever van de Bosporus wonen.
Vanuit het Topkapi Paleis heb je schitterend uitzicht over de Bosporus.
Na zoveel pracht en praal even lekker hangen tegen de zuilen...........................
...................................je verstoppen in een boom
(meneer Van Hall),
of toegeven aan je verslaving met twee sigaretjes tegelijk (meneer Bijlsma).
Na zo'n lange dag heb je best trek in een Turkse maaltijd.
Tijdens het diner treedt een dansende Derwish op.
Stadswandeling door de orthodoxe, joodse en christelijke wijk
Op zondag maken we een lange wandeling door de orthodoxe, joodse en christelijke wijk.
Ook bewonderen we de Süleymaniye Moskee, die we op ons pad tegenkomen.
De Süleymaniye Moskee werd ontworpen door de architect Sinan in
opdracht
van de Ottomaanse sultan Süleyman I. De bouw duurde van 1550 tot 1557.
Deze moskee is nog in gebruik, dus moeten de dames een hoofddoekje dragen en iedereen moet zijn schoenen uit doen.
We vervolgen onze weg langs slingerweggetjes en over schots en scheef liggende straatstenen.
Deze wijk komt veel minder 'stads' over dan het centrum van Istanbul.
De paadjes lopen soms steil naar boven.
We kijken ogen ogen uit.
En ooooooveral zwerfkatten.
Wasdrogers hebben ze hier niet (nodig) ;-)
Dat komt mooi uit, want mevrouw Van Hall is gek op balkonnetjes met was..............
Hier en daar wordt er geklust.
Mensen zijn bezig met hun dagelijkse beslommeringen.
In Turkse straatjes even naar je eigen muziek luisteren.
We passeren een aquaduct en lopen in een heerlijk herfstzonnetje.
Even binnen gluren bij een Grieks-orthodoxe jongensschool, gehuisvest in een schitterend gebouw.
We lopen een Grieks kerkje met zeer veel gouden ornamenten binnen,
waar
op dat moment een dienst wordt gehouden.
We genieten van de rust in de tuin van de christelijke Chorakerk.
Deze kerk is befaamd vanwege de schitterende mozaïeken.
Bij de stadsmuur kan vrijwel niemand de verleiding weerstaan om naar boven te klauteren.
De trap omhoog gaat nog wel, maar naar beneden is een stuk enger..............
Vanaf dit punt heb je een schitterend uitzicht over Istanbul.
Waar je ook kijkt, de minaretten torenen overal boven de daken uit.
Luieren op het Prinseneiland
Op maandag gaan we naar de Prinseneilanden.
De Prinseneilanden, een eilandengroep van negen eilanden in de Zee van Marmara, liggen circa 20 km ten oosten van Istanbul. Ooit waren zij verbanningsoorden voor Byzantijnse prinsen.
Gedurende de zomermaanden verblijven de rijke inwoners van Istanbul op de Prinseneilanden.
Auto’s zijn er sinds 1928 verboden, alleen de politie en het stadsbestuur beschikken over
gemotoriseerd vervoer. Het vervoer gaat per paard, koets of fiets.
In de zomermaanden tellen de eilanden circa 40.000 bewoners, in de wintermaanden
verblijven er slechts circa 6.500 mensen. Büyükada is het grootste eiland.
De andere bewoonde eilanden zijn Kınalı, Burgaz en Heybeliada.
We krijgen gelegenheid genoeg om lekker te relaxen en te zwemmen. Tijdens de boottocht terug wordt er veel gefotografeerd.
In de namiddag is er nog gelegenheid om wat te winkelen of nog wat af te dingen op de bazaar.
De Bazaar
Kapali Çarsi is de beroemde Grote Bazaar waar handelaren al eeuwenlang, sinds het midden van
de 15e eeuw, hun waar aan de man brengen.
Je vindt er ontelbare schatten, snuisterijen en heerlijk ruikende lekkernijen in 65 overdekte
passages met maar liefst 4000 winkels! Het is er altijd druk en heel bedrijvig.
Opdringerige koopmannen en afdingen horen erbij!
De Daltonezen hebben het afdingen tot sport verheven.
De oudste gedeelten zijn de Sandal Bedesten (stoffen) en Cevahir Bedesten (sieraden-juwelen).
De straatjes zijn genoemd naar het soort handelswaar.
De Blauwe Moskee
De dinsdag is een bomvolle cultuurdag. We beginnen met de Blauwe Moskee.
Deze moskee wordt in Istanbul zelf de Sultan Ahmet Camii genoemd (Cami = moskee).
Sultan Ahmet I (hij regeerde van 1603 - 1617) liet deze moskee bouwen tussen 1609 en 1616.
De Blauwe Moskee heeft een centrale koepel van 33 meter doorsnede, hier omheen zijn lagere
koepels geplaatst.
De moskee heeft zes minaretten. Het aantal minaretten stond symbool voor de rijkdom van de sultan. Maar de islamitische wereld reageerde boos op het aantal van zes minaretten, omdat de Grote
Moskee in de heilige stad Mekka er ook zes had. De sultan loste dit op door die moskee een
zevende minaret te schenken.
Hij kreeg de naam Blauwe Moskee. Niet om het interieur, wat gedecoreerd is met 20.000 handgeschilderde blauwe, roodbruine en groene tegeltjes, maar omdat vele blauwe tegels te zien zijn
aan de buitenkant van de moskee.
Haghia Sofia (Aya Sofya)
De oorspronkelijk op deze plaats staande kerk uit de vierde eeuw werd door brand verwoest.
Omstreeks 536 werd het huidige gebouw in vijf jaar, door ruim 20.000 bouwvakkers, gebouwd.
Het materiaal werd aangesleept uit verschillende hoeken van de wereld. De Aya Sofya heeft geen
stalen constructie en geen versterkt beton, wat uniek is voor een gebouw van deze grootte.
Bij binnenkomst zien we meteen een enorme stellage staan in het midden van de kerk tot en met het plafond, de hoge koepel. Dit restauratiewerk zal nog jaren duren en wordt gesteund door Unesco.
In 559 stortte de kerk bij een aardbeving in. Hij werd weer herbouwd door middel van een
speciale constructie van 40 massieve balken, gemaakt van speciaal licht, poreus materiaal.
De Aya Sofya was eeuwenlang de grootste kerk ter wereld. Hij is 55 meter hoog en heeft een
doorsnede van 31 meter. Na de verovering door het Osmaanse Rijk in 1453 werd de Aya Sofya
een moskee en werden er de vier minaretten bij gebouwd.
Schilderingen, zoals een Christus figuur uit de 14de eeuw, werden bedekt door pleisterwerk.
In een moskee mogen namelijk geen afbeeldingen van mensen zijn. Op de eerste verdieping
van de kerk bevindt zich de galerie met de mooist bewaard gebleven mozaïektegels.
In 1934 besloot Atatürk dat de Aya Sofya voortaan een museum zou zijn.
De prachtige oude mozaïeken werden opnieuw zichtbaar gemaakt.
Het Dolmabahçe Paleis
Het Dolmabahçe Paleis, schitterend gelegen aan de oever van de Bosporus, werd in 1856 gebouwd in opdracht van Sultan Abdul Mecit. Het gebouw heeft maar liefst 285 kamers, 46 zalen, 6 badkamers en
68 toiletten, verdeeld over drie verdiepingen. Elk vertrek baadt in weelderige luxe. Het bouwproject kostte een vermogen en ging ten koste van de Osmaanse schatkist. Het paleis was de laatste
residentie van de Ottomaanse sultans.
Het Dolmabahçe paleis is overvloedig gedecoreerd met marmer, porselein,
kristal en goud.
In het paleis is nog een traditionele verdeling tussen de
staatsvertrekken en de privé-vertrekken,
waar ook de harem zich bevond.
Hoogtepunten van het bezoek aan het Dolmabahçe Paleis zijn de prachtige balzaal met
zijn rijkelijk versierde koepel, de enorme glazen trap en de hoofdbadkamer, waar de
kranen van puur zilver zijn gemaakt en de wanden van Egyptisch alabaster.
Na de val van het Ottomaanse rijk stond het paleis tijdelijk leeg, totdat de eerste president
van de republiek Turkije, Atatürk, er zijn intrek nam. Hij heeft er gewoond tot aan zijn dood
in 1938.
Alle klokken in het paleis zijn stilgezet op kwart over negen, het tijdstip van zijn dood.
Je kunt je gemakkelijk een voorstelling maken hoe de sultan hier vroeger met zijn harem heeft gebivakkeerd.
Een dagje naar een Turkse school
Op woensdag bezochten we een school in het Aziatische deel van Istanbul.
Daltonezen en Turkse leerlingen gaven presentaties.
Helaas moeten we vandaag weer afscheid nemen van Istanbul.
En................wat vonden jullie ervan?
Super!!!!!!!!